Productie

De basis van kunstgras bestaat uit kunststofkorrels, gemaakt van polypropyleen, polyethyleen of
polyamide. Elk type heeft zijn eigen kenmerken en kwaliteiten.
Polyethyleen is de meest voorkomende polymeer.

Aan deze kunststofkorrels worden uv-stabilisatoren toegevoegd om de kunstgrasvezels
te beschermen tegen het hevige zonlicht.

Dit mengsel, de kunststofkorrels en de uv-stabilisatoren, worden verhit en onder druk
door een spuitkop geperst. Afhankelijk van de vorm van de spuitkop zijn er twee soortenvvvezels, namelijk:
- gefibrilleerde garen.
- monofilamenten.

De garen worden vervolgens op grote klossen, bobijnen, gewikkeld.

De bobijnen worden op een machine gezet die over een breedte van 4 meter de garens in lussen tuft.
Deze worden dan afgesneden op een bepaalde lengte zodat we al het uitzicht krijgen van een grasmat.
Om eventuele productiefouten te vermijden wordt dit onmiddellijk met de hand gecontroleerd en indien nodig gecorrigeerd.

Omdat de grasvezels stevig vast moeten zitten, worden deze verankerd op de tapijtrug door middel van
een dikke vloeibare latex laag. In een oven van 80 meter lang hardt de latex uit en wordt de rechtheid
of gekroestheid van de vezel bepaald. Dit beïnvloedt de uitstraling en het gevoel van het kunstgras.
Door deze bewerking is het kunstgras ook bestand tegen verschillende weersomstandigheden.

Zodra het kunstgras uit de oven komt en de latex uitgehard is,
wordt de mat geperforeerd zodat deze voldoende waterdoorlatend is.

Het kunstgras komt als 1 lang tapijt uit de machine, vervolgens wordt deze op de volgende afmetingen gesneden:
400 cm breed en 2550 cm lang, de rolen kunnen ook gehalveerd worden op 200 cm breed.